*
Epidemie als politiek |
|
||
|
|
|
|
|
De uitzonderingstoestand als het ‘nieuwe
normaal’ Amsterdam, StarfishBooks, 2021 100 p., ISBN 9789492734129, € 15,00 |
||
De coronapandemie
heeft ons leven overhoop gehaald. De dood in de vorm van ademnood op de IC
lag op de loer en wie daaraan ontsnapte maakte kennis met afschotten en
dichttimmeren van de publieke ruimte, een terugtrekking in de privésfeer,
avondklok, mondkapje, vaccinatiedruk en zelfisolatie. En niet alleen Nedeland
zat op slot. Corona was in Europa en wereldwijd aanwezig: als feit en als
angstvisioen. Bij dat alles
heeft de filosoof Giorgio
Agamben zich niet onbetuigd gelaten. In het hier besproken Epidemie als politiek neemt de
Italiaanse denker de coronapandemie uitdrukkelijk tot onderwerp om een
ontwikkeling in het moderne politieke bedrijf te duiden. Hoewel de
bijdragen van Agamben alle uit 2020 stammen, hebben ze hun dringende
actualiteit niet verloren. Agamben stelt de vragen, waar regeringsleiders en
politici ogenschijnlijk niet aan toe komen. Beperken we ons even tot
Nederland, dan zien we vooral politieke innertie. Zowel tegenstanders als voorstanders
van het coronabeleid lijken vooral bevangen door de waan van de dag. In die houding
schuilt een evident gevaar, aldus Agamben. De Italiaanse filosoof vreest dat
als we afscheid hebben genomen van deze politieke noodsituatie, er een nieuw
normaal is ontstaan, dat repressieve, dwingende, inperkende elementen van het
coronabeleid ‘gewoon’ meeneemt. Het zou ook niet de eerste keer zijn. Agamben
wijst op de war on terrorism die
zijn eigen nieuwe normaal heeft geschapen. Het doemscenario dat de auteur aan
zijn lezers voorlegt, is dat we net zolang van noodsituatie tot noodsituatie
doorpolderen, totdat we in een onderdrukkende, onmenselijke samenleving
terecht zijn gekomen. In de context
van de coronapandemie schets Agamben het beeld van een perfect storm. Verschillende, op zich genomen belangrijke en
interessante maatschappelijke ontwikkelingen vloeien samen tot een kluwe die
de burger ontrecht en onderdrukt en van zijn medeburgers isoleert. Digitalisering
bijvoorbeeld leidt tot isolering van burgers van elkaar (vergelijk onderwijs
op afstand) en versterkt controlesystemen, waarmee burgers bewaakt kunnen
worden. Een steeds verdergaande medicalisering van het menselijke leven leidt
tot een overfixatie op het fysieke overleven, die met name in politieke besluitvorming
(wetten en regelgeving) vorm krijgt. Maar ook voor
wie de soep minder heet eet, kan Agamben een interessante aanjager zijn. De
beschouwingen van de Italiaanse filosoof zijn namelijk ook een aanklacht
tegen het laten versloffen van de vraag naar ‘het goede leven’. Wat vinden we
eigenlijk een kwalitatief goed leven? Wat is daar voor nodig? Dit handzame,
toegankelijke en stimulerende boekje bevat interviews, korte opstellen en
bijdragen aan kranten. Voor het goede begrip zijn Agambens teksten voorzien
van een verhelderend voor- en nawoord. Daar wordt de lezer bekend gemaakt met
enkele rode draden in het denken van de Italiaanse filosoof. |
|||