* H.
Laurens, De rede: bron van geluk voor iedereen. Inleiding tot de filosofie
van Adriaan Koerbagh 1633-1669 |
|
||
|
|
|
|
|
Nijmegen, Vantilt, 2019 136 p., ISBN 9789460044649, € 14,50 |
||
Nadat Vantilt de afgelopen jaren al enkele keren aandacht had gegeven aan
Adriaan Koerbagh,
is bij dezelfde uitgeverij een boekje uitgekomen, dat de belangrijkste ideeën
van deze Nederlandse, zeventiende-eeuwse filosoof bij elkaar zet. Koerbagh was niet persé een beroemde of
invloedrijke filosoof. Integendeel. De gepromoveerde arts en jurist kwam
vanwege zijn vrijzinnige opvattingen 1668 in een Amsterdamse gevangenis
terecht, waar hij aan een ziekte bezweek. Daarom bleef zijn filosofie
onbekend en verwierf ze pas in de 20ste eeuw enige faam. Zijn hoofdwerk Een Ligt Schijnende in Duystere Plaatsen
was op enkele gedrukte vellen na alleen in handschrift bekend. De beoogde
drukker bezon zich op een eerdere toezegging en gaf zijn opdrachtgever bij de
autoriteiten aan. Adriaan Koerbagh was dan wel geen
atheïst, maar met de gedachte dat religie en religieuze opvattingen de
uitkomst moesten zijn van een redelijk denkproces begaf hij zich op glad ijs.
De afwijzing van bijvoorbeeld het wonder gold als een aanval op het geloof
van zijn dagen. Het was een brug te ver. Hoewel Koerbagh vooral
filosofie-historisch interessant is, gaat De rede: bron van geluk voor iedereen daar toch bovenuit. Er zijn verschillende
redenen die het boek de moeite waard maken. Op de eerste plaats maakt het
levensverhaal van Koerbagh ons duidelijk hoe moedig het is om je stem te
verheffen en een afwijkend geluid te laten horen. Wie zich in de Nederlandse
boekgeschiedenis verdiept, zal al snel ontdekken dat Koerbagh beslist niet de
enige dissident was. In het (relatief) liberale Nederland van de 17de eeuw
werden schrijvers vervolgd en gevaarlijke, ongepaste boeken min of meer
routinematig verboden. Ook Koerbaghs democratische grondhouding
maakt hem interessant. Volgens hem is iedere mens begiftigt met rede en tot
redelijk denken in staat. Daarmee zijn mensen fundamenteel elkaars gelijken.
Maar zelfs al is redelijkheid troef, niet iedereen hangt dezelfde ideeën aan
en daarom ook hechtte de zeventiende-eeuwer aan (echte) tolerantie. Goed doen
aan anderen en aan jezelf vormt het begin van zijn sociale ethiek. Daarbij
legt Koerbagh grote nadruk op bekwaamheid bij het bestuur van stad en land. Op de laatste plaats illustreert het
denken van Adriaan Koerbagh een ontwikkeling die zich in de filosofiegeschiedenis
van de 17de eeuw heeft voorgedaan. Voor zijn of haar ogen ziet de lezer hoe
de filosofie zich meer en meer ontdoet van haar traditionele rol als
hulpwetenschap van de theologie. Filosofie wordt, met andere woorden, een
zelfstandige manier van denken, die boven de theologie uitgaat. Met De rede: bron van geluk voor iedereen
geeft auteur Hannah Laurens een beknopt en leesbaar inzicht in de vergeten filosofie van Adriaan
Koerbagh. |
|||