* Aristoteles, Politica

 

 

Groningen

Historische Uitgeverij

2012

368 p.

ISBN 9789065540041

€ 38,75

 

 

inhoud

 

* Het politieke dier. De herontdekking van een soort

 

 

Aristoteles,

Frank Ankersmit,

J.H. Blok,

Midas Dekkers e.a.

Groningen

Historische Uitgeverij

2010

96 p.

ISBN 9789065540355

€ 12,95

 

inhoudachterflap

 

* Tijdschrift ‘Filosofie’: Democratie

 

 

Filosofie jrg. 22, afl. 6

Antwerpen

Garant

2012

ISSN 2034-1229

€ 9,90 (los nummer)

 

 

inhoud

 

Onlangs verscheen bij de Historische Uitgeverij de eerste vertaling in het Nederlands van AristotelesPolitica. Het was een even heuglijke als opmerkelijke gebeurtenis, want wie ook maar even door dit boek heen bladert en links en rechts een alinea wegleest, gaat zich verwonderen. Tenminste twee zaken geven daartoe aanleiding.

Allereerst bevreemdt het dat zo’n invloedrijk werk als de Politica van Aristoteles nooit eerder vertaald werd. En dit terwijl het boek toch vanaf de middeleeuwen zijn invloed in de Westerse wereld heeft doen gelden. Zo heeft de Franse filosoof Montesquieu zijn trias politica – de voor de democratie zo essentiële en fundamentele scheiding van de staatsmachten – aan Aristoteles ontleend.

Op de tweede plaats is er de inhoud van de Politica. Aristoteles leefde en werkte bijna 2500 jaar geleden, wat uiteraard doorklinkt in de details. Zo spreekt deze Griekse filosoof zonder blikken of blozen over slaven die geen deelhebben aan de politieke macht. Ook worden vrouwen uitgesloten van enige beslissingsbevoegdheid, al zijn ze van nature gelijk aan de man. Deze en andere anachronismen worden niettemin teniet gedaan door de vragen die Aristoteles zichzelf en zijn lezers stelt. Die vragen zijn ook de onze, wanneer wij bijvoorbeeld nadenken over het doel en de aard van onze democratie, populisme en de gevaren van de democratische staatsvorm en de bedreigingen voor de democratie.

De antwoorden die de Griekse filosoof zijn lezers ongeveer vijfentwintig eeuwen later voorlegt, zijn nog altijd relevant en moedigen aan tot verder denken. Dit werd trouwens al enigszins duidelijk door de verwijzing naar Montesquieu in een eerdere alinea.

Deze vertaling van de Politica, die geslaagd mag heten, wordt voorafgegaan door een flinke algemene inleiding op leven en werken van Aristoteles. Bovendien zijn de acht boeken van de Politica voorzien van afzonderlijke inleidingen, een verklarende woordenlijst, naam- en zaakregisters en een bibliografie. Ze maken deze vertaling extra waardevol.

 

Het politieke dier is een essaybundel, die in 2010 door de Historische Uitgeverij werd uitgegeven. Filosofen en denkers staan stil bij de Politica van Aristoteles en leveren met hun bijdragen een goede, eerste kennismaking met het politieke denken van deze nog altijd actuele filosoof.

Hun uitgangspunt was een treffend citaat uit de Politica, boek I, hoofdstuk 2: ‘Van huishouden via dorp naar polis’, dat op de achterflap staat afgedrukt. Daar karakteriseert Aristoteles de mens (de man?) als een soort tussenwezen tussen het dier en de goden. De filosoof lijkt dan niet alleen tot uitdrukking te brengen dat de gemeenschap een voorwaarde is om echt mens te kunnen zijn, maar dat de mens er bovendien zijn roeping vindt. Hij is verantwoordelijk voor de samenleving, waarin hij leeft. Want de mens staat onder noch boven de samenleving. Hij hoort er midden in te staan:

 

Wie daarentegen niet in staat is deel te nemen in een gemeenschap, of daaraan geen behoefte heeft omdat hij zichzelf genoeg is, maakt geen deel uit van een polis, en is dus ofwel een beest of een god.

 

Tijdschrift Filosofie heeft de laatste aflevering van jaargang 2012 gewijd aan het thema ‘democratie’. In vier inleidingen wordt met name de Nederlandse en Belgische politieke actualiteit belicht. De auteurs vragen bijvoorbeeld naar de legitimering van de democratie, de relatie tussen populisme en democratie en de vraag wie de bewakers van de democratie zijn (zijn dat de politici of de burgers zelf?). Een laatste artikel geeft een kritische analyse van elektronische stemwijzers, die door de auteurs ‘electorale kijkdozen’ worden genoemd.

Meest toegankelijk en meest fundamenteel lijkt het artikel ‘De paradox van de democratie’ van Guy Quintelier. Quintelier bespreekt de paradox van de democratie, zoals die door Karl Popper in zijn Open samenleving en haar vijanden werd verwoord. Kan de democratie bij meerderheidsbesluit worden afgeschaft en ingeruild voor bijvoorbeeld een tiran, zo luidde Poppers vraag. Moeten we daarin meegaan? Of moeten we er juist tegen ingaan, uit naam van de democratie?

Quintelier gaat in op de basisprincipes van de democratie: Liberté, Egalité, Fraternité en Tolérance (vrijheid, gelijkheid, broederschap en tolerantie, handig afgekort tot LEFT). En wat voor de democratie in het algemeen geldt, blijkt ook waar voor haar basisprincipes.

De paradox van de democratie wordt echter niet alleen zichtbaar, wanneer de principes als zodanig worden afgeschaft, aldus Quintelier. Ook wanneer vrijheid, gelijkheid, broederschap en tolerantie lege begrippen blijven of wanneer een meerderheid bijvoorbeeld één bepaalde invulling van een principe voor eens en voor altijd wil afdwingen, dan is de democratie in gevaar.

In een democratie moeten we er juist mee (leren) leven dat de spanning tussen individuele keuzes (concrete invullingen van een principe) en op meerderheid gebaseerde keuzes onoplosbaar is. Wanneer bijvoorbeeld de vrijheid absoluut is, krijgt het recht van de sterkste de overhand en worden de zwakkeren aan de macht van een tiran onderworpen. Maar wordt bij meerderheidsbesluit de vrijheid afgeschaft of tot in de kleinste details gedefinieerd, ontstaat het gevaar van individuele onvrijheid.

Toch zal in de alledaagse democratische praktijk de ene keer een keuze meer richting het individu uitvallen, een andere keer meer richting de samenleving. Tegelijkertijd blijft geweld in uitzonderlijke gevallen toegestaan: om de democratie te verdedigen of om haar ingang te doen vinden.