* C. Sander, Magnes. Der Magnetstein und der Magnetismus in den Wissenschaften der Frühen Neuzeit, Mittellateinische Studien und Texte, 53

 

 

 

 

 

Leiden, Brill, 2020

xxviii+1140 p., ISBN 9789004419261, € 254,00, ook als eBook

 

inhoud

 

Magneten zijn verlokkelijke objecten en magnetisme is een fascinerende kracht die verbazing en verwondering oproept, en niet alleen bij kinderen. Daarbij is het een wonderlijk fenomeen waarvan de raadselen nog lang niet zijn opgelost. Denk maar aan de omkering van het aardmagnetisch veld die nu in het binnenste van onze aarde plaatsvindt.

In Magnes. Der Magnetstein und der Magnetismus in dem Wissenschaften der Frühen Neuzeit (*) staan uiteraard niet de laatste geheimen van het aardmagnetisme centraal. Wel geeft Christoph Sander in deze heldere, toegankelijke en zeer omvangrijke dissertatie blijk van een bewonderenswaardige breedte en kennis van zaken omtrent de opvattingen over magneten en magnetisme in een tijd, waarin de moderne wetenschap nog in haar kinderschoenen stond. De periode die globaal wordt aangesneden loopt van 1500 tot 1700, de zogenaamde Vroegmoderne of Nieuwe Tijd.

Het bijzondere van deze publicatie is dat ze het wetenschappelijk denken over magneten en magnetisme niet beschrijft als een voorstadium voor moderne opvattingen over dat fenomeen. Sanders aanpak heeft als voordeel dat denkers die geen directe bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van de moderne wetenschap toch als bron van informatie aan boord blijven. Zo blijkt duidelijk dat niet alleen onze inzichten in bepaalde fenomenen maar ook onze ideeën over wetenschap en wetenschappelijke methode sterk zijn geëvolueerd.

Aldus komen een grote variëteit aan denktradities aan bod. Sommigen zijn op een later tijdstip geheel uitgedoofd of leven bijvoorbeeld in de alternatieve geneeskunde voort, zo bijvoorbeeld het fenomeen ‘magnetiseren’. Uiteraard geeft de auteur aandacht aan de vraag hoe we van het voorwetenschappelijke denken tot de moderne wetenschappelijke manier van analyseren zijn gekomen, maar dat evolutionaire traject staat hier niet centraal.

De auteur bespreekt de magneet en het magnetisme vanuit de bronnen van toen, waardoor de rijkdom van het denken over magneet en magnetisme in alle omvang helder wordt. Ruimschoots komen wetenschapsdomeinen aan bod als kosmologie, natuurkunde, mineralogie, filosofie en theologie, artsenij, alchemie en magie.

Daar ging het trouwens niet (altijd) over magnetisme en magneten zoals wij dat nu begrijpen, zo blijkt. Die begrippen werden veel breder toegepast om bepaalde verschijnselen of ideeën uit te leggen en te begrijpen. Hierachter stak bijvoorbeeld de vraag of magnetisme zich uitsluitend beperkte tot magneetstenen of juist een veel algemener fenomeen was.

Daarbij geeft de auteur een goed uitzicht op de toen overheersende denkwijze van de analogie: geheel verschillende verschijnselen werden omdat ze over ogenschijnlijk vergelijkbare eigenschappen beschikten onder een en dezelfde noemer geschaard.

Veel aandacht besteedt Sander aan de vrij uitvoerige bespreking van het magnetisme in de Principia Philosophiae van René Descartes. Met deze ‘uitgangspunten van de filosofie’ studie uit 1644 wilde de Franse filosoof een alternatief formuleren voor de gangbare, door de natuurfilosofie van Aristoteles bepaalde wetenschapsopvatting, waarin begrippen een rol speelden als ‘verborgen kwaliteiten’ en ‘sympathie’ en ‘antipathie’. Daarmee werden een menigte ongelijksoortige fenomenen verklaard: de werking van het menselijke lichaam, de stand van de kosmos, de aantrekkingskracht van de magneet, enzovoort.

Magnes is een prachtig, deels in kleur geïllustreerde, superdikke en lezenswaardige publicatie over wetenschapsgeschiedenis van de 16e en 17e aan de hand van talloze tijdsdocumenten, met name boeken en handschriften, over magneten en magnetisme.

 

(*) Magnes. De magneetsteen en het magnetisme in de wetenschap van de vroege Nieuwe Tijd.