* Costica Bradatan, Sterven voor een idee. Filosoferen met gevaar voor eigen leven

 

 

 

 

 

Utrecht, Ten Have, 2016

320 p., ISBN 9789025905026, € 24,99

 

 

 

inhoudachterflap

 

De dingen nemen zoals ze zijn, jezelf aanpassen aan wat anderen vinden, verzanden in huwelijksonbegrip, doe maar gewoon dat is normaal genoeg? Gaat het ons veel anders dan de hoofdpersoon in Leo Tolstoj’s roman De dood van Ivan Iljitsj?

De Roemeense filosoof Costica Bradatan gaat er uitgebreid op in. Hij vergelijkt deze geromantiseerde dood met de ideeën van Martin Heidegger die in Zijn en tijd Ivan Iljitsj opvoert als een veruiterlijking van het ‘men’, van de massa, de goegemeente. Volgens Heidegger doet Ivan Iljitsj namelijk precies wat men in het leven belangrijk acht en leest de boeken die men interessant en lezenswaardig vindt. In het licht van de onoverkomelijke dood, die vroeger of later ieders deel wordt, kiest Ivan Iljitsj voor een allesbehalve authentieke escape: gewoon doen wat men doet of moet doen.

Anders is het met de filosofen die sterven voor een idee, al dan niet na de tussenkomst van een rechtbank. Bradatan laat er verschillende in zijn studie de revue passeren: Socrates bijvoorbeeld, de oer-filosoof, de humanistische martelaren Hypathia en Giordano Bruno, de katholieke heilige Thomas More en de Franse mystica Simone Weil.

Voor zover dit zich aan de hand van bronnen laat beschrijven, hebben de besproken filosofen hun aanstaande dood opgevat als een aansporing tot ‘zelfmodellering’: het leven dat rest dient er toe de zaak waarvoor ze staan nog eens helder en duidelijk voor het voetlicht te brengen, in woorden en daden. Ook als ze aan de dood kunnen ontsnappen, volharden ze in filosoferen met gevaar voor eigen leven. Want pas in het zicht van de dood blijkt dat overtuigingen, ideeën tijdlozer (eeuwig misschien) en relevanter en groter zijn dan de mening van de dag.

Leven met een keurstempel van de goegemeente wordt stellig afgewezen als oplossing. Zo grijpt Socrates zijn proces aan om zijn ironiserend-onderzoekende filosofie nog scherper neer te zetten, waarmee een doodvonnis onontwijkbaar wordt. Tegen medisch advies in versterft Simone Weil. Ze wil haar solidariteit met haar landgenoten die hongeren niet opgeven.

De dood treedt op als onontkoombare kracht, waaraan de besproken filosofen zich niet willen onttrekken of passief onderwerpen. Er bestaat slechts een uitweg, namelijk om het onontwijkbare einde een goede vorm geven: zelfmodellering in het zicht van de dood.

Hier gaat het om een martelaarschap dat niet verschilt van de politieke of godsdienstige variant, aldus Bradatan. ‘Als je bij het sterven voor ideeën wilt overwinnen, betekent dat per definitie dat je moet sterven... dat je het sterven zo goed mogelijk uitvoert, dat je het relevant maakt voor anderen... dat er iets nieuws uit geboren wordt.’

De filosofen die sterven voor een idee staan dus op verre afstand van de zelfmoordterrorist, Bradatan staat er kort bij stil. Hun boodschap is niet zelfvernietiging maar zelfschepping. En dit is trouwens een opdracht die ook nu nog geldig is en niet alleen voor wie om zijn ideeën een doodvonnis uitgesproken krijgt.

Bradatan heeft een interessant en goed leesbaar boek geschreven, waarin zijn hoofdpersonen helder en uitdagend worden neergezet. Uitstapjes naar bijvoorbeeld literatuur, film en kunst zijn verhelderend en boeiend.