* Spinoza in 107 vragen & antwoorden

 

 

 

 

 

J. Knol, Amsterdam (Wereldbibliotheek) 2015, 128 p., ISBN 9789028426351, € 9,99

 

 

inhoudachterflap

 

Dit boekje herinnerde mij aan een college metafysica van lang geleden, maar dan als aangenaam contrast... Destijds had een van mijn docenten een mooie, zonder meer interessante reader samengesteld met kernteksten uit de geschiedenis van de filosofie, die wij, eerstejaars, moesten voorbereiden. Wanhoop overviel me bij het lezen van de lange lap uit Spinoza’s Ethica. De tekst handelde over de vraag “God óf Natuur”, zoveel was duidelijk, maar waar ging die toch in hemelsnaam over?

Voor wie een soortgelijke wanhoopservaring heeft opgedaan met Spinoza bestaat er soelaas. Dominee Jan Knol heeft aan de hand van een – naar eigen zeggen – min of meer willekeurig aantal vragen een handzame beginnersinleiding tot het werk van de joods-Nederlandse filosoof geschreven.

Knol staat een theïstische benadering van Spinoza voor, zo lijkt het. Zijn antwoord op Spinoza’s vraag God óf Natuur valt dus uit ten gunste van God, terwijl dit door voor andere “spinozisten” helemaal niet het geval hoeft te zijn. Deze vaststelling moet echter niemand (met name atheïsten niet) verontrusten. Knol is er in geslaagd om beknopt en zakelijk antwoord te geven op zijn vragen.

De lezers krijgen een eerste inzicht in Spinoza. Met de vele verwijzingen naar de geschriften (Korte verhandeling, Ethica en de Brieven) en een misschien wat al te spaarzame hoeveelheid citaten uit het werk staan ze in de blokken om zich verder in Nederlands grootste filosoof te verdiepen. Let wel! Het startschot heeft nog niet geklonken, want zo eenvoudig is het nu ook weer niet.

Trouwens, Spinoza in 107 vragen & antwoorden zou je behalve als zakelijk en informatief ook kunnen lezen als een meditatieboekje. Pak 107 dagen lang elke dag een nieuwe vraag en blijf er, al is het maar een uurtje, met je gedachten bij. Ook zo kan inzicht groeien.

 

Op de webblog van Stan Verdult wordt menige Spinozanoot gekraakt. Zo hebben Spinozakenner Adrie Hoogendoorn en Verdult zelf enige woorden gewijd aan de vraag of het aantal vragen echt toevallig op 107 uit is gekomen. Zij menen van niet, terwijl Knol desondanks vasthoudt aan het toeval.